Atjeh - met handen en voeten
Door: Gerard
Blijf op de hoogte en volg Gerard
03 December 2008 | Indonesië, Batavia
Ik werd opgewacht door een stralende jongeman (Hendri) en ik kwam er direct achter dat hij geen woord Engels sprak. Hij bracht me eerst naar het hotel, waar ik de receptioniste even heb laten tolken. Mijn chauffeur, zo bleek, wist verder van niets. Zijn orders waren om mij te brengen waar ik heen wilde. Contact met zijn baas gezocht, waarbij ik heb aangegeven, dat een chauffeur met enige basiskennis van het Engels mij toch wel handig had geleken. Beetje probleem, want meer smaken chauffeur hadden ze niet. Hendri en ik gingen eerst naar café Sorong voor koffie, ondertussen pratend met handen en voeten. Bij Sorong (een soort grote hut langs de weg) is het behoorlijk druk, warm, rokerig en benauwd. Een lokaal café met alleen maar locals. Dat vind ik dan weer leuk. De grote ventilator aan het plafond zorgde eerder dat de rook goed door het café werd geblazen, dan dat deze verkoeling bracht. Hoestend en met tranen in de ogen bestelde ik kopi (koffie), gula (suiker) erin - maar waar was de susu (melk)? Weer met handen en voeten probeerde ik Hendri duidelijk te maken dat ik graag melk wilde. Ik tekende zelfs een koe met een uier. Hij lachte en schudde zijn hoofd. Hij zei wat tegen mij in het Maleis en ik vermoedde, dat hij mij duidelijk probeerde te maken dat ze bij Sorong geen koeien verkopen. Dan maar geen melk. We zijn daarna naar het ‘Peutjoet Kerkhof’ gegaan; dat kent iedereen in Banda Atjeh. Het is een Nederlands kerkhof en er liggen 2.200 Nederlandse en lokale KNIL-militairen begraven, die omgekomen zijn in de dertigjarige(!) Atjeh-oorlog (1873-1904). Ook wat van de tsunami-gevolgen gezien. Er ligt een schip, dat door de tsunami midden in Banda Atjeh is ‘neergezet’. Je kunt er helemaal bovenop klimmen en dan zie je in de verte de zee, echt een behoorlijke afstand. Aan het eind van de dag waren mijn handen en voeten best moe van al dat praten.
De tweede dag in Atjeh wilde ik eerst ansichtkaarten kopen. Hendri bracht mij naar het postkantoor. Een vriendelijke mevrouw achter de balie. Waar of de postkaart heen moest? Nederland. Hoeveel ‘postcards’ ik nodig had. “Drie”, antwoordde ik enigszins aarzelend. Ik zag namelijk nergens ansichtkaarten. Met een brede zwaai toverde ze drie briefkaarten te voorschijn; van die kaarten, die je vroeger naar de Donald Duck zond met de juiste oplossing van de wekelijkse puzzel. “Tidak, tidak (nee, nee)", zei ik. “Postcards, with a photo of Atjeh or Sumatra”. Door naar een toko buku (boekwinkel); geen slecht idee. Ook met handen en voeten met de winkelbediende gesproken. Die kwam vervolgens met place mats aan. Ansichtskaarten zijn hier blijkbaar onbekend. Hendri scheurde vervolgens naar zijn zus Desi, die werkt bij Garuda en zij spreekt Engels. Ik legde haar uit wat ik zocht en zij ratelde in het Maleis tegen haar broertje. Ik heb nóg steeds geen ansichtskaarten... We zijn ook naar de kust geweest, waar de sporen van de tsunami nog duidelijk zichtbaar zijn. Er staat een soort hoge obelisk (ik schat zeker tien meter hoog) en die was volledig door de vloedgolf bedolven. De top is er zelfs afgebroken.
Ik wilde ook naar het ‘Rumah Cut Nyak Dien’ (rumah = huis). Heeft ook met de Atjeh-oorlog te maken. Ik was de enige bezoeker. Bij vele foto’s van de slachtingen - hele kampongs werden uitgemoord, vrouwen en kinderen incluis - staat het woord ‘Belanda’: Nederlander of Nederlands. ‘Wij’ hebben in Atjeh behoorlijk huisgehouden. Ik schaamde mij eigenlijk dat ik Nederlander ben. In het gastenboek heb ik geschreven, dat ik als Nederlander ‘very sorry’ ben. We reden naar het dorpje Lambaro. Daar is een massagraf ter grootte van een paar voetbalvelden, waar ettelijke duizenden slachtoffers van de tsunami begraven liggen. Daarna vliegveld voor de vlucht terug naar Medan. De Indonesische mensen zijn echt aardig en de meiden zijn allemaal even klein en even lief. Vandaag (woensdag 3 december) met de Koegelwieck terug naar Singapore.
ATJEH - BACK TO MY ROOTS
With Garuda Indonesia I flew from Medan to Banda Atjeh. To the guy who checked me in I said that I would like an aisle seat.
“You want to sit in the middle?”, he asked.
“Eh… yes”, I said, thinking that he meant in the middle of the plane, so an aisle seat. To be on the safe side I repeated my request: “Yes please, an aisle seat”.
When I got to my seat you can guess where he had put me: in the middle. Three seats in a row and me in the middle, stuck between two guys. Soedah. I sipped my orange juice, switched on my MP3 player and closed my eyes. Madeleine Peyroux ‘danced me to the end of love’ and before I knew it we touched down in Banda Atjeh. I was greeted by a very nice young man who was to be my driver for two days. Unfortunately he only spoke Malayan - no English at all. He took me to the Hermes Palace Hotel where I used the girl behind the reception desk as an interpreter. The orders for my driver were simple: just take the Belanda (Dutchman) wherever he wants to go. We first went to café Sorong for coffee. Now, this was not a café as we know it. This was just alongside the road, hardly a building but much more some sort of large hut. A typical local thing with only locals and that is what I like. It was crowded, humid, hot and full of smoke, which was fanned out by a large fan at the ceiling. I ordered kopi (coffee) with gula (sugar). I looked around for the susu (milk). No milk. Problem. My driver did not speak English, I do not speak Malayan. How was I to get susu? On a piece of paper I drew a cow and showed it to my driver. He laughed, shook his head and said something in Malayan, probably that they didn’t sell cows at the café. This were going to be two very tiring days…
We left for Peutjoet Kerkhof (graveyard), which is Dutch actually. The final resting place of about 2200 Dutch and KNIL-soldiers (KNIL = Royal Dutch East-Indies Army). They all fell during the Atjeh War, which started in 1873 and altogether lasted thirty years!
We also visited a ship that was put in the middle of Banda Atjeh by the Boxing Day tsunami of 2004. In the village of Lambaro is a very large field where a few thousand tsunami victims are laid to rest.
One of the main things I wanted to visit was the Rumah Cut Nyak Dien (the house of Cut Nyak Dien). She was a very famous freedom fighter from Atjeh and she fought the Dutch for years, operating from the jungle. The Rumah Cut Nyak Dien is a copy of her house, exactly on the same spot where it was built before it was burned down by the Dutch and this is now a museum. The female museum guide showed me around and she also only spoke Malayan. Very nice lady though. Many gruesome pictures of the Atjeh War and accompanying texts almost always stated something about Belanda (Dutch). I was not too proud that day to be a Dutchman, so in the museum register I wrote that I was very sorry for what happened. Well, two days in Atjeh, visiting my roots, take my return flight to Medan and from there back home! To Singapore that is.
-
03 December 2008 - 08:12
Iris:
Kijk, dat geeft maar weer aan dat je van een verhaal eigenlijk altijd alleen het begin en het einde hoeft te lezen:'..en de meiden zijn allemaal even lief en even klein'. Jaja Gerard..;-)
Maarre, mooie verhalen weer Gerard, echt heel leuk om nog steeds deel uit te mogen maken van jouw wereldreis! -
03 December 2008 - 08:57
Marion:
O, o, o, en het mooiste van Indonesie, Java sla je weer over... mijn roots wel te verstaan!
Maar moet fantastisch zijn wat je allemaal ziet en doet ook al moet je je soms schamen dat je Nederlands bent. -
03 December 2008 - 13:49
Fr(ans).:
Hoi rakker,
Hé ... je gaat wel erg snel zeg. En je moet nog zo lang. Is de tiet met geld nog niet leeg? Mooi zo dan kunnen we nog even genieten van je verhalen. Ik was al zeer benieuwd naar je bevindingen in Atjeh. Je moet mij je "geheime" roots maar eens uitleggen. Ik heb er ook wat binding mee. De ouwe Frans Meijer - ja mijn opa - heeft daar bij de KNIL "gewerkt" in 1892/1893. En ja, dat is een tijdje terug. Nog een mooie medaille aan over gehouden; is nu bij mijn zoon in Apeldoorn. Mijn opa hebben ze toen aardig mishandeld: een stuk uit zijn zijkant geslagen met een klewang. En jij maar "sorry" roepen (grapje). Hé ... het was weer een leuke story. Meer tijd heb ik niet. Ik moet de mijter op en wat kindertjes van mijn zwemclub iets toedichten. Het gaat je goed. Als je in NZ bent krijg je nog een adresje van mij. Die lady daar van 43 lentes kan wel een verzetje gebruiken. Tot kiekes maar weer. Knuffel van Ans en een poot van mij.
Frans. -
03 December 2008 - 17:40
Zus Nel:
Wat mooi, Atjeh.Ik zou er zo een paar maand willen zitten.
Kleine worteltjes van mij liggen daar ook.
Hou je de actualiteiten in de gaten, belanda?
Groet uit een koud Nederland en dank voor de kaart.
Nel -
04 December 2008 - 12:39
Jasper:
Heej zag je SMS'je net. Heb al een flinke verzameling kaarten! leuk! -
15 April 2011 - 18:01
Fan:
Ok ,j'ai beaucoup appris de votre histoire ....passionnant commentaires...sincèrement !
Ah ! chaque peuple se trimbale ses "zones d'ombre , peu glorieuses "...
Le début ,plutôt funny !
then touching ,grave ....
merci !
bisouss
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley