Met Greyhound Australia naar Alice Springs - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van Gerard Mors - WaarBenJij.nu Met Greyhound Australia naar Alice Springs - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van Gerard Mors - WaarBenJij.nu

Met Greyhound Australia naar Alice Springs

Door: Gerard

Blijf op de hoogte en volg Gerard

18 December 2008 | Australië, Alice Springs

Iedereen hartstikke bedankt voor de felicitatiemailtjes en smsjes en weblogfelicitaties. Jarig op 17 december, in de winter en dan letterlijk aan het andere eind van de wereld zitten, in de zomer. Ik loop een beetje achter met mijn blog. Ik zit inmiddels in Alice Springs, hartje Australië. Erg warm, 35 graden, maar plezierig warm, droge warmte. Blauwe lucht, volle zon. Ik ben afgelopen zaterdag met Greyhound Australia vanuit Darwin vertrokken naar Alice Springs. Een rit van 1535 km (vgl. van NL naar Spanje); 21 uur in de bus! Overnachten in de bus. De bus zelf was een kruising tussen een regiobus en een touring car. Het is een lijndienst en met die gedachte moet je ook aan boord stappen. Toch had ik een wat betere bus verwacht eigenlijk. Deze gaat beslist al behoorlijk wat jaren mee. De bus is niet echt schoon, de bekleding van de stoelen is vies en echt versleten en de grijze doekjes op de hoofdsteunen zijn zwart. Nou ja, ik kijk er maar doorheen. Dit is ook wel een van de charmes van mijn manier van reizen: ik weet nooit waar ik in terecht kom of hoe het uitpakt. Dat was ook de bedoeling van mijn reis. De bus was goed vol en er zat van alles aan boord: een moeder met twee jonge dochters, een paar oudere dames, Aborigines, schone en vieze backpackers, gewone toeristen en ik. Omdat dit een lijndienst is, stoppen we onderweg op vaste haltes en op aanvraaghaltes, de ‘ONR’ (on request). Er stapt van alles op en af. In Adelaïde River komt een redelijk verzorgde backpacker naast me zitten. Hij komt uit Lancashire, Engeland. Hij is van Broome in Western Australia naar Darwin gekomen, ook met de Greyhound. “Die bus was veel nieuwer en veel schoner”, laat hij mij weten. Na drie uur rijden zie ik een bord: Alice Springs 1263 km. We arriveren in Katherine voor een verplichte stop van anderhalf uur. Wat een gat, verschrikkelijk! Ik raak er depressief van. Ik duik het BP service station annex coach terminal maar weer in; daar is het weliswaar net zo mistroostig, maar veel koeler. Ik bestel fish ‘n’ chips, dan heb ik voor de nacht tenminste iets warms binnen. Ik drink er eerlijk vruchtensap bij. Dat moet wel, gezien de prijs. Omdat er inmiddels heel wat mensen van de bus af zijn, zijn er veel lege plekken. Ik verkas naar een paar lege stoelen; hebben zowel de Engelse backpacker als ik meer ruimte. We stoppen kort in Mataranka, ‘Home of the Never Never’. Laat ik dat even uitleggen. Mataranka ligt in de outback. Rond de eeuwwisseling (1900) was het leven daar hard, keihard. Je zou denken, dat iedereen die daar woonde, het liefst zo snel mogelijk weg zou willen. Maar neen, de bewoners zouden voor geen goud ergens anders willen wonen. Ze willen nooit weg; ‘never, never’. Schrijfster Jeannie Gunn, zelf inwoonster van Mataranka, heeft over deze mensen en hun leefomstandigheden in 1908 een boek geschreven: ‘We of the Never Never’. We verlaten Mataranka; nog 1023 kilometer. Het is inmiddels hartstikke donker en de chauffeur stopt in Larrimah; dat bestaat uit een ingestort benzinestation en een camping, waar je voor A$ 4 kunt overnachten. Geen hond te zien. Waarom hij daar stopt is dan ook volstrekt onduidelijk. Dat is ook het probleem op deze nachtbussen. Ben je net goed en wel weggedommeld, stopt de bus weer. Daar klaagt iedereen zachtjes over, zodat de chauffeur het niet hoort. We zijn stiekem allemaal een beetje bang van hem, hahaha! Alice, nog 992 km. Grote rust in Dunmarra, bij de Shell Wayside Inn Roadhouse. Dat wil niemand - we willen slapen. Het is tenslotte tien uur. De chauffeur is onverbiddelijk: d’r uit. Binnen staat een andere chauffeur van Greyhound met een python in zijn armen, die hij net uit zijn glazen bak gehaald heeft. Het blijkt Ned, onze nieuwe chauffeur te zijn. Armen als kabeltouwen, volledig getatoeëerd, grote grijze snor en een stem als een kaasrasp. Geen man om geintjes mee uit te halen, maar wel een goed gemutste vent. We rijden door Elliot en Renner Springs. Het is vijf over twaalf en we zijn halverwege. We rijden onder een prachtige sterrenhemel en volgens mij zie ik het Zuiderkruis. Mooi moment wel; die kun je bij ons niet zien. Als de dageraad breekt zie ik, dat het landschap veranderd is: veel minder groene bomen maar meer lage begroeiing. Het zand is echt rood. We zijn in ‘The red Centre’. Alice, nog 505 km. De bus dendert door en wij liggen allemaal te soezen; uiteindelijk val ik zelfs in slaap. Stipt om vijf over negen zondagmorgen arriveren wij bij de coach terminal op Todd Street in Alice Springs. ‘Alice’ staat al jaren op mijn lijstje van plaatsen die, als ik ooit in de gelegenheid zou zijn, wilde bezoeken. Nu ben ik er dan echt. Ik heb zondags niet veel gedaan hoor. Eerst een hele goeie Segafredo café latte gescoord; daar had ik na een reis van 21 uur wel zin in. Ik heb ook behoorlijk wat slaap ingehaald; ik was helemaal muntje. Morgen (zaterdag) ga ik naar Uluru (Ayers Rock). Daarover en over de tussenliggende dagen de volgende keer. No worries!


WITH GREYHOUND AUSTRALIA TO ALICE SPRINGS
Last Saturday I travelled with Greyhound Australia (long distance bus) from Darwin to Alice Springs, a distance of 1535 km (954 mi) and I spent 21 hours on the bus! The bus wasn't that new anymore, not really clean, seats a bit worn out… Well, my journey is about travelling, not about luxury. The bus was rather crowded with all sorts of travellers: a mother with two young daughters, a couple of elderly ladies, Aborigines, the usual bunch of back packers, some apparently lost tourists and me - the traveller. (The difference between a tourist and a traveller? Tourists don't know where they have been and travelers don't know where they are going ;-)) It is a scheduled service so we stopped regularly to take people on board or to let them get off. We followed the Stuart Highway and after about 90 minutes and 115 kilometers we stopped in the small town of Adelaide River. I had two seats for my own, but then a fairly clean and friendly back packer joined me. He was from Lancashire, England. He had travelled from Broome in Western Australia to Darwin, also with Greyhound Australia. "That bus was newer and cleaner", he complained.
After about three hours I noticed a sign beside the road: ' Alice Springs - 1263 km' (785 mi). Still a long way to go. I just read, listened to music or dozed off. After about four hours we arrived in Katherine for a mandatory stop of 90 minutes. In the heat I walked around a bit and what I saw was rather depressing (to put it mildly). I quickly went inside the BP-gas station annex bus terminal. That was just as depressing but much cooler indeed. I thought it wise to eat something hot to get me through the night. Something healthy like fish 'n' chips.
A lot of people were off the bus by now. Understandable, I mean, you must have taken leave of your senses to travel with a long distance bus from Darwin to Alice since both cities have airfields and scheduled flights. We had a short stop at Mataranka, Home of the 'Never, Never', 425 kilometers south of Darwin. Mataranka is in the outback, no, it is more than in the outback, Mataranka is the outback. It breathes, feels, smells and looks outback. Around 1900 life here was tough. So you would think that everyone living there would try to get out. But no. In their view, there was no place on earth like Mataranka. Leaving? No way! 'Never, never!' So Jeannie Gunn, a resident of this outback village, in 1908 wrote a book about Mataranka, its inhabitants and the way they lived, strived and survived: 'We of the Never Never'. Fare thee well to Jeannie Gunn and on the road again - Alice: 1023 kilometer (635 mi) to go.
It was pitch dark and the driver stopped in Larrimah for no apparent reason; apart from a collapsed gas station and a deserted camping site (Aus$ 4 a night) as far as I could see there appeared to be nothing else. Now we get to the problem of these long distance buses: when it gets dark you want to sleep. Nothing else. So if the driver stops, fine. But please let us poor, tired out passengers just sleep. But no, 'wakey, wakey!' - off the bus you go. Everybody was silently complaining to each other so that the driver couldn't hear us. We all were a bit afraid of him, in his dark blue shorts and orange shirt.
Alice, only 992 km (616 mi). At 10 p.m. the driver woke us up in Dunmarra at the Shell Wayside Inn Roadhouse for a mandatory rest.
"Driver, I was asleep and thus resting. Why must I…"
"Out!"
"Sir! Yes sir!"
Inside we learned that we would get a new driver (everybody looked kind of relieved). His name was Ned, sturdy guy, arms like cables, fully tattooed, big grey moustache and a voice like a grinding machine. He had 'don't even think of fooling around with me' written on his forehead. A good tempered bloke and much more talkative than the previous driver. Ned had just taken the pet of the Wayside Inn in his arms: a large python. We drove through Elliot and Renner Springs. It's five minutes past midnight and we were halfway. The sky was beautiful, very deep dark blue with ever so many stars. It must have looked at the Southern Cross. As usual on buses, trains and planes, I didn't sleep much. You have these guys who sit upright in their seats, head resting against the window and actually sleeping! I envy them… In the middle of the night we had this mandatory rest again, this time in Tennant Creek. Through the intercom Ned woke us all up to take a rest. We looked at each other through sleepy eyes, looked at Ned and decided to follow his orders. Alice Springs: 505 km (314 mi). We were all dozing and even I fell asleep. Dawn broke, slowly the sun rose and the colours changed with it. The sand outside was red indeed; we were driving through The Red Centre. The last short stop before arriving in Alice was in Aileron, just stretching legs, a quick refreshment and on we went. At 9.05 a.m. we arrived at the Greyhound bus terminal on 3/113 Todd Street in Alice Springs. Boy, could I do with a good latte and some sleep!

  • 18 December 2008 - 15:32

    Iris:

    voor ons is het morgen vrijdag, en voor jou zaterdag, apart!:-)

    goed verhaal weer, en wat een weer, oh, zucht, jaloers, ik zeg het maar weer es..

  • 19 December 2008 - 07:49

    Marion:

    Hai gerard,
    Vanuit een mistroostig Nederland wens ik je alsnog een heel goed en gezond nieuw levensjaar toe!

  • 19 December 2008 - 11:49

    Fr/Ans:

    Hallo daar. Je was jarig. Wisten we geen ruk van. Nooit uitgewisseld. Registratienummer? Onze felicitaties alsnog en ook gemeend. Drinken we nog een borrel op. Jouw verhalen en dus ook je ervaringen zijn adembenemend. Goh, wat een bofkont ben je toch. Ik wou dat ik zo'n tiet met pegels had. Maar er komen natuurlijk meer dingen om de hoek kijken.
    Je zit nu op de plek waar mijn buurvrouwtje (nee niet de NZ-lady maar een echte) enkele maanden terug vertoefde. Die had ook een blog maar weer met heel andere stories. Het ziet er allemaal heel perfect uit.
    We hebben al een poosje niet gereageerd. Beetje druk hè. Onder meer met tig concerten en de Harderwijker Nieuwjaarsduik. Op jouw verjaardag stond ik opgelijnd binnen het mannenkoor in de Volkskerstzang van het Dolfinarium. Gaan 1800 koppen in met aan het slot een dolfijnenshowtje. Kaartjes voor nagenoeg noppes: 4,50 euri. De koepel zit dan ook bomvol. Vanavond weer zingen op de markt. Het is koopavond (dus lekker druk) en de mensen kopen zich te pletter. Hoezo recessie?
    Hé, doe je een beetje voorzichtig daar. Ook in het verkeer. Je moet wel heelhuids terugkomen hoor. De slag van de 160 dollar al te boven? Dat is een hele berg bier. Geen trek in? We zijn benieuwd of je ook nog kerstmannen in korte broek tegenkomt of zo je wilt: christmasladies in hotpands. Moet wel wennen zijn: Kerst onder tropische omstandigheden. We wensen je in elk geval fijne dagen toe.
    By the way: je ging gisteren nog over de tong. Wel in positieve betekenis. Ja, dat heb je nu wel gemist: het jaarlijkse uitje van je ouwe kluppie. Wij eerst met hete hoofden rond een tafel en de dames aan een Brabants volkspel, allemaal geregeld door de preases met zijn lady in Oirschot. Lekker diner met vissen uit eigen vijver bij de herberg. We hebben je gemist. Kan je nagaan.
    Hé rakker. We groeten jou vanuit een zonnig Harderwijk, vier graden boven nul. Tot een volgende keer. Knuffel van Ans, poot van mij.


  • 20 December 2008 - 08:52

    Fred MarNos:

    Hoi Gerard,
    Wel een beetje laat -maar dan had je ook maar w.w.wijd bekend moeten maken dat je jarig was!-: alsnog hartelijk gefeliciteerd en nog heel veel gezonde jaren toegewenst.
    Geweldig hoor hoe je ons jouw avonturen laat meebeleven. Maar ik heb zo'n donkerbruin vermoeden dat je ons niet alles vertelt!! Komt denk ik wel als je ooit een keer terug bent. Ik heb even op de kaart gekeken wat je volgende bestemming gaat worden. Nou dat was niet zo moeilijk! Ik denk dat je van de week de eerstvolgende boot neemt naar Christmas Island, ligt om de hoek. Groeten en veel plezier!

  • 01 Mei 2011 - 17:00

    Jennifer Fields :

    Gerard, 2 jaar na dato, maar alsnog wil ik even bij je verjaardag stil staan. Vergeet nooit te dromen en zorg dat ze uitkomen ook. Jij hebt dat vermogen (dat zie je wel aan deze blog).
    Liefs, Jenny

  • 06 Mei 2011 - 10:07

    Lis:

    The name of the driver was Ned? Don't tell me his surname was Eppilkredner!


  • 06 Mei 2011 - 19:19

    Brioline:

    ....hé , épique !!!! non ??

    ..J'étais fatiguée pour toi ...;-)
    En même temps ,c'est un vrai "dépaysement " .....

    ...ce que tu recherches ,aussi ???
    ...ah ,j'y étais avec toi dans le bus ...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Gerard

Ik lijd aan een milde vorm van de erkende ziekte 'dromomanie': een overheersend verlangen tot reizen. Zelf benoem ik dit meestal met het Duitse woord Fernweh. Why do I want to travel? Let Sir Francis Chichester KBE (British solo sailor) speak for me: I found my life restricted and pondered how I could break through into a bigger life. You see, life is too precious to be used up for the sole aim of making money. Het boek over mijn reis, 'Er bestaan geen vreemde landen', is te verkrijgen via www.uitgeverijgelderland.nl. Gebonden, hardcover, 528 pagina's.

Actief sinds 29 Aug. 2008
Verslag gelezen: 1187
Totaal aantal bezoekers 136083

Voorgaande reizen:

22 Oktober 2008 - 17 Augustus 2009

Er bestaan geen vreemde landen

Landen bezocht: