Per bus, boot en trein naar Sapporo - Reisverslag uit Sapporo, Japan van Gerard Mors - WaarBenJij.nu Per bus, boot en trein naar Sapporo - Reisverslag uit Sapporo, Japan van Gerard Mors - WaarBenJij.nu

Per bus, boot en trein naar Sapporo

Door: Gerard

Blijf op de hoogte en volg Gerard

29 Maart 2009 | Japan, Sapporo

Ik ben van Nagano met de long distance bus naar Niigata gereisd. Dat is een havenstad en vandaar vertrek ik met de ferry naar het eiland Hokkaido. Er wordt van alles in de bus omgeroepen en op een tv-scherm verschijnt regelmatig informatie, maar ik kan er geen chocola van maken. De reis verloopt voorspoedig en om half acht stap ik uit bij het station van Niigata. Het Chisun Hotel moet een verbinding met het station hebben, maar ik kan het niet vinden. In een winkel vraag ik de weg. Ook hier spreekt geen hond Engels. Een zeer jonge juffrouw probeert eerst voor mij uit te tekenen hoe ik lopen moet. Haar leidinggevende zegt iets tegen haar en ze neemt me helemaal mee naar de ingang van het hotel. Gangen door, roltrappen op, roltrappen af, gewone trappen op, gewone trappen af, bochten om en inderdaad, ik sta voorde ingang van het hotel. Ik bedank haar uitgebreid op z’n Japans: “Arigatou gozaimasu” en daarbij buig ik tot mijn neus de grond raakt.
Bij de front desk van het hotel laat ik mij de volgende dag uitleggen hoe ik naar de bus voor de ferry moet komen. Ze krabbelt op een papiertje welke bus ik moet hebben. Bij de bushaltes vraag ik aan een mevrouw in het tickethokje waar ik moet zijn en ik laat haar het briefje van de hotelreceptioniste zien. Ze brabbelt van alles in het Japans, draait zich, kijkt uit het raam en zegt nog wat. Ik begrijp dat ik een bus moet hebben, die op het punt van vertrekken staat. “San”, zegt ze en ze houdt drie vingers omhoog. Hetgeen ik dan weer verwarrend vind, wat de receptioniste heeft ‘2’ op mijn briefje geschreven. Ik hol naar de bus. De deuren zijn dicht, maar als ik aankom gaan ze weer open. Ik vraag aan de chauffeur of hij naar ferryterminal West gaat. Ook hem laat ik het briefje van de receptioniste zien. “Nee, nee”, zegt hij en hij wijst op een bus die echt voor mijn neus wegrijdt. Lekker, die pindakaas zo ’s morgens vroeg. Twee mannen met ‘staff’ op hun jas zijn mij daarna behulpzaam. Ze nemen mij mee naar een bord met vertrektijden. Over een kwartier gaat er weer een bus. “Naar ferryterminal West?”, vraag ik voor de zekerheid. Ze kijken elkaar aan. “Ha, Hokkaido!”. Wij naar een ander bord met vertrektijden. De volgende bus gaat pas over een half uur. Ik neem een taxi. Dan ben ik in een klap van het gezeik af een dan ben ik ook mooi op tijd. Tien minuten later ben ik ter plaatse. Het is niet druk en de Shin Nihonkaiferry blijkt ook verre van vol. De jongeman geeft mij bij het inchecken een upgrade. Van tweede klasse met gedeelde vierpersoonshut naar de eerste klasse. “U heeft een eigen hut”. Dat is het betere werk; ik heb de taxikosten er alweer uit. Precies om half elf gooien we de trossen los en varen we af. Ik ga naar buiten. Het waait stevig en de sneeuw (jazeker) giert ons tegemoet. Niet lang na de afvaart sluiten ze de buitendeuren af wegens ruw weer. Er staat inderdaad een beste zeegang; ik schat de golven toch wel op twee meter. Ik probeer wat slaap in te halen maar door de soms heftige bewegingen van het schip kom ik niet veel verder dan wat soezen. De zee is ruwer geworden; we ploegen nu zeker door golven van zeker 2,5 meter. De zee is diep donkerblauw. Ik eet in het restaurant met een kopje Senseo (echt waar) koffie toe. Ze roepen regelmatig hele verhalen om in het Japans; daar snap ik dus geen zak van. Misschien zeggen ze wel dat er brand aan boord is of dat we lek geslagen zijn en dat iedereen naar de reddingsboten moet. Ik loop naar de front desk en vraag wat ze zoal omroepen. Het valt mee: onder meer, dat we vanwege het weer een uur vertraging hebben.
Ik heb wel geslapen, maar het is wel vreemd om tijdens je slaap in je bed constant heen en weer geschoven te worden. Ik word wakker van een juffrouw die van alles in het Japans door de luidspreker in mijn hut roept. Waarschijnlijk iets van ‘goedemorgen - reveille! Als de sodemieter je nest uit want we zijn er bijna, om vijf uur appèl op het voordek’. Ik sta in mijn boxershorts als iemand op mijn deur klopt. Een andere juffrouw, zo blijkt aan de stem als ze door de deur wat tegen mij zegt. Ik denk in eerste instantie, dat ze alle hutten aflopen om te controleren of iedereen wel wakker is. Door de deur roep ik daarom opgewekt “Ohayou gozaimasu!”, in de overtuiging dat ze dan haar weg vervolgt. Maar nee, ze blijft voor mijn deur staan en blijft in het Japans tegen me praten. Tja, dan maar in boxershorts de deur openen. Ze wil graag de sleutel. Ik geef de sleutel en ze draalt nog wat. “Yes?”, vraag ik. Ze murmelt dat het schip om vijf uur afmeert. Dat is over tien minuten. “Splendid”, antwoord ik, nog steeds in boxershorts. “Geweldig”. Ze lacht wat verlegen en ze loopt verder. Het sneeuwt en alles is wit! Ik neem een taxi naar het station van Otaru en om zes uur zit ik in de trein naar Sapporo. We rijden langs de kust; echt vlak langs het water van de Ishikari Baai. Grote golven rollen op het strand. Aan de ene kant de zee en aan de andere kant de besneeuwde berghelling. Om 06.50 a.m. kom ik aan in Sapporo.


A BUMPY RIDE TO HOKKAIDO
From Nagano I travelled to Niigata on the west coast by long distance bus to take the ferry to Japans north island, Hokkaido. During the bus trip the driver announced several things and a flat screen displayed all kinds of information but alas, incomprehensible for me. At 7.30 p.m. we arrive Niigata train station. I will stay in the Chisun Hotel for the night which should be directly connected to JR Niigata Station, but I can’t find anything. I drop into a shop to ask for directions but no English is spoken. One of the girls in the shop tries to explain the right way to me by drawing on a piece of paper how to go. This takes considerable time and I still don't quite understand. Her manageress obviously tells her to take me to the hotel personally because she walks all the way with me. That's why I love Japanese. Ever so helpful! Niigata train station is labyrinth to me. I am very grateful and I show this by bowing deeply while uttering: “Arigatou gozaimasu”.
At the front desk of the hotel I ask which bus I should take to the ferry terminal. The receptionist writes it down for me: number 2. At the information booth at the bus station I show the piece of paper with '2' on it and say 'Terminal West'. "Iie, san", (no, three) the lady of the information booth says and she holds three fingers in the air and points at a certain bus which is almost departing. Apparently it's not number two, I don't understand but if she says it's three… I run to the bus that has just closed its doors but they open again as I appear. I ask the driver if he goes to the ferry terminal but he isn't. He points at another bus that just drives away. By now I am bewildered. Two men with 'staff' on their jacket (they should know) take me to some sort of information board with destinations and departure times of the buses. I have to wait fifteen minutes, I understand.
"To ferry terminal West?" I ask to be on the safe side.
"Haah! Hokkaido!" they exclaim. They take me to another information board and this tells me that I have to wait another half hour. Some other time perhaps, but not today. I take a cab and ten minutes later I am at the terminal. I check in, the ferry is half empty and I get an upgrade from second class sharing with four to a cabin all for myself. Without extra charge. At exactly 10.30 a.m. we leave Niigata. The sea is rough, there's a fierce wind with a lot of snow blowing about. A bumpy ride. Staff announces a lot of things but only in Japanese. Are we on fire perhaps? Or are we sinking? Must I go to the life boats? I have no idea. I go to the information desk and ask what is going on. There is nothing going on they tell me. Just that we have a delay of one hour because of the bad weather.
After eighteen hours on the Sea of Japan we arrive at Otaru seaport, Hokkaido Island. Everything is covered in snow! I take a cab to Otaru train station and at 6.00 a.m. I am on the train to Sapporo. We ride along the coast and very close to the beaches of Ishikari Bay. At 6.50 a.m. I arrive in a cold and wet Sapporo.

  • 30 Maart 2009 - 11:24

    Fr/Ans:

    Hai, hai,

    Al weer in Sapporo, gij bofkont. Grappige en interessante ervaringen in Japan zie ik. Maar ze hebben daar wel beschuit hoor. Dus ... wat is er nu met die lady gebeurd? Maakt mij geen bureaulade uit, dat begrijp je zeker wel. Lekker fris ook daar op dit moment; hier 10 graden en een strak blauwe hemel. Het wordt nog beter deze week.
    Sapporo 1972, Olympische Winterspelen. Jij zag enkele dagen terug "the royalties"; hartstikke goed gij bofkont. Tref je geen tweede keer meer in je leven. Rond 1972 was keizer Hirohito op bezoek in Nederland. Moest maar een keer; het ging niet van harte in vrijdenkend Nederland. Sliep op Huis ten Bosch; wat een beveiligingsrompslomp zeg.
    Hé, ben je echt vergeten aan de Tengo-bel te trekken? In dat deel op onze aardkloot (China, Mongolie enz) hebben ze allemaal van die leuke spelletjes. Sommige wensen komen echt uit. Gemiste kans!?!? Hai, hai, gij geen bofkont. Komt vast goed. Misschien word jij de Anton Geesink van deze tijd wel. Houd ons op de hoogte. Fantastische voortzetting van je onnavolgbare reis.

    Knuffel van Ans, poot van mij, Frans.

  • 30 Maart 2009 - 14:56

    Nel & Ben:

    Wederom fantastisch!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Gerard

Ik lijd aan een milde vorm van de erkende ziekte 'dromomanie': een overheersend verlangen tot reizen. Zelf benoem ik dit meestal met het Duitse woord Fernweh. Why do I want to travel? Let Sir Francis Chichester KBE (British solo sailor) speak for me: I found my life restricted and pondered how I could break through into a bigger life. You see, life is too precious to be used up for the sole aim of making money. Het boek over mijn reis, 'Er bestaan geen vreemde landen', is te verkrijgen via www.uitgeverijgelderland.nl. Gebonden, hardcover, 528 pagina's.

Actief sinds 29 Aug. 2008
Verslag gelezen: 392
Totaal aantal bezoekers 133389

Voorgaande reizen:

22 Oktober 2008 - 17 Augustus 2009

Er bestaan geen vreemde landen

Landen bezocht: